Geschiedenis

Geschiedenis

Verdwenen informatie
Hét grote probleem bij het opzoeken van informatie over de beginjaren van onze vereniging is de vaststelling dat er vrijwel geen informatie meer bestaat. Ervaring uit het verleden leerde dat je niet voor 100% geloof kan hechten aan mondelinge overlevering. Verschillende bronnen bleken elkaar dikwijls pertinent tegen te spreken. Bovendien diegenen die aan de wieg van de vereniging hebben gestaan kunnen het zelf al lang niet meer vertellen.
De kasboeken en het oorspronkelijke reglement, samen met enkele losse knipsels, heb ik nog wel teruggevonden. Dit materiaal en de verhalen die ik tientallen jaar geleden heb opgetekend uit de mond van Jef Oerlemans en Julleke Van Oers, allebei mede-oprichter van De Heidebloem, zijn de referenties die me hebben geholpen om toch nog een chronologisch verhaal te vertellen over het wel en wee tijdens de eerste 45 jaar van de vereniging. Wat daarna kwam, heb ik aan den lijve meebeleefd.

Zangvereniging
In 1860 wordt er te Nieuwmoer een zangvereniging gesticht die de naam draag: St.-Cecilia. Ogenschijnlijk doet dit niet ter zake, maar deze vereniging verandert om een niet gekende reden, tijdens het oorlogsjaar 1916, de naam in zangvereniging De Heidebloem. Het is uit deze vereniging dat een vijftal jaren later, op 1 februari 1921, de Toneel en fanfaremaatschappij De Heidebloem wordt geboren. De motor achter het idee is de E.H. Cuypers, destijds de onderpastoor van Nieuwmoer.
Dat dergelijk initiatief door een onderpastoor werd genomen is voor die tijd helemaal niet ongewoon. Wat betreft de laatste vijfentwintig jaar van de vorige eeuw en ook nog het eerste kwart van de twintigste eeuw is het kenmerkend hoe de kerk probeert om de banden met de bevolking nauwer aan te halen door het oprichten van verenigingen en het organiseren van bedevaarten en processies. Door een jarenlange vestiging van een liberaal bewind is op dat ogenblik de kerk immers veel van haar privileges verloren. Van de verenigingen die door de kerk toen zijn opgericht waren er velen in het leven geroepen met het oog op het opluisteren van bedevaarten en huldetochten voor geestelijken. Daarnaast is het dikwijls de bedoeling geweest om op die manier de macht van de liberale partij, en later die van de socialisten, te breken.

Uit het originele reglement van onze muziekvereniging blijkt dat ook bij ons de kerk meer dan één voet in huis had. Zo lezen we bij de doelstelling dat “de maatschappij eenheid en liefde in de parochie dient op te wekken.” Verder worden er boetes opgelegd op onbetamelijk gedrag en uitlatingen (“1 frank boet”), maar ook het niet-deelnemen aan de beide jaarlijkse processies blijft niet ongestraft : “2 frank boet”. Ook zou ieder lid dat een andere dan de katholieke partij steunt “onmiddellijk uit de maatschappij verbannen worden”. In het laatste artikel lezen we dat indien de vereniging ontbonden wordt “de pupiters aan de kerk van Nieuwmoer afgestaan moeten worden”.

Drieling
Het is opvallend dat in hetzelfde jaar dat onze Nieuwmoerse vereniging boven de doopvont wordt gehouden, er in twee naburige dorpen eveneens een muziekkorps uit de grond wordt gestampt. Zowel Achterbroek als Wildert volgen het voorbeeld van Nieuwmoer met respectievelijk fanfare Ons Genoegen en harmonie Vlijt en Volharding. Vandaar dat er vandaag gesproken
wordt over deze verenigingen als de drieling Nieuwmoer-Achterbroek-Wildert.

Pril bestuur
Bij De Heidebloem wordt de allereerste voorzitterssjerp omgord door Corneel Van Gool. Jozef Augustijns (in Nieuwmoer beter gekend als de wagenmaker) wordt benoemd tot secretaris en de functie van penningmeester (toen nog schatbewaarder) wordt waargenomen door Leon Oerlemans. Zij vormen de kern van het bestuur van een vereniging die op dat ogenblik 49 leden telt en 31 ereleden.

De Heidebloemmars van 1916
Leuk om weten is overigens dat de zangvereniging waaruit onze fanfare is ontsproten al een “Heidebloem-mars-avant-la-lettre” kent. Het triootje gaat als volgt :
“Leve de Zang en Toneelmaatschappij – is er veel edeler liefhebberij ? – de Heidebloem leve, ja en zij geve – leven en deugdelijk verzet aan Nieuwmoer – Ja ! Ja ! Ja ! – leve voor burger en boer – dat zijn de zangers van Nieuwmoer – leve voor burger en boer – dat is het koor van Nieuwmoer”. Het liedje is nog jarenlang het lijflied van de vereniging vermits de fanfaremaatschappij aanvankelijk ook nog steeds haar activiteiten als zang- èn als toneelvereniging verder blijft zetten. Hiervan zijn enkele mooie affiches bewaard gebleven.

De eerste uitstappen
De eerste keer dat de fanfare buiten komt ligt, als katholieke vereniging, voor de hand : de Heilige Sacramentsprocessie in eigen dorp. De eerste opdracht buiten de dorpsgrenzen is de inhuldiging van een Mariabeeld te Horendonk. Kort daarna wordt de vereniging uitgenodigd om de officiële opening van de parochiezaal te Wildert op te luisteren. Andere gelegenheden waar De Heidebloem voor uitrukt zijn de parochiefeesten te “Esschen”, de inhuldiging van een Mariabeeld te Wildert en de Heilig Hart-feesten te “Esschen”, “Esschenhoek” en “Calmpthout”.

Wie zal dat betalen , wie heeft zoveel geld ?
De inkomsten, nodig voor de werking van de vereniging, zijn bij de oprichting in de eerste plaats afkomstig uit de ontvangsten van lidgelden en giften. Het lidgeld voor ereleden bedraagt in 1921 25 frank per jaar. Actieve leden betalen een eenmalige som. Vermoedelijk is die aangepast al naargelang de financiële toestand van het lid. Een andere mogelijkheid is dat het gaat het om een vrije gift. Dit valt af te leiden uit het feit dat de gestorte sommen schommelen tussen 25,-frank en 200,-frank. De gemeentetoelage bedraagt in het oprichtingsjaar reeds 300,-frank. Voor het opluisteren van een of andere activiteit wordt, waarschijnlijk in evenredigheid met de verplaatsingskosten (voor sommige uitstappen wordt ook in de twintiger jaren al een autobus ingelegd) 40,- frank tot 100,- frank in rekening gebracht.
Als op het einde van het jaar blijkt dat er nog een batig saldo rest van ongeveer 900,-frank wordt er 20,-frank gestort in de Gemeentelijke Armenkas.
Tussen de regels door vernemen we ook dat het waardeverschil tussen onze Belgische munt en die van onze noorderburen zeventig jaar geleden aanzienlijk kleiner is dan momenteel. In 1925 wordt De Heidebloem uitgenodigd voor een muzikale uitstap naar het buurdorp Achtmaal. De penningmeester koopt met het oog op een rondje op kosten van de vereniging een handvol guldens in tegen de koers van 7.85,-frank.

Eerste dirigent
De initiatiefnemer tot het oprichten van onze fanfare is dus onderpastoor Cuypers geweest. Maar niet alleen is hij de drijvende kracht die de vereniging organisatorisch in goede banen wil leiden, hij geeft bovendien ook nog de eerste muzieklessen. Dat blijft hij doen tot hij vindt dat de vereniging op eigen houtje verder kan. Op dat moment geeft hij de leiding over aan Gerard (Geertje) Nelen, uit Horendonk. Die wordt dus in feite de eerste dirigent.
Geert Nelen komt iedere week van Den Uil via de Duiventoren en het Venetië naar Nieuwmoer. Te voet, zijn instrument in een draagtas op de rug.

Eerste vlag
In 1924 wordt er voor het eerst een vlag gekocht : het is een bordeaux-rode banier of standaard. Opmerkelijk aan dit vaandel is de geborduurde afbeelding van een muziekwerk dat erop staat. Bij nader inzien blijkt dit de …Brabançonne te zijn.
11 mei 1924 wordt de vlag ingehuldigd in het bijzijn van de muziekverenigingen uit Achterbroek, Wildert, Essen en Wuustwezel. Die ontvangen voor hun muzikale bijdrage elk 50,-frank. De banier zelf heeft liefst 3.103,10 frank gekost. Dat is, op een paar honderd frank na, het volledige inkomen van dat jaar.

Honkie-tonkie-pianissie
Het daaropvolgende jaar wordt een piano aangeschaft. Hiervoor dient 2.020,-frank te worden opgehoest. 1.625,-frank wordt hiertoe voorgeschoten door de toenmalige bestuursleden. Deze zullen de geleende sommen terugbetaald krijgen als de kastoestand dit toelaat. Uit de boekhouding blijkt dat hiervan 1.100,-frank ook daadwerkelijk wordt teruggegeven. Het resterende bedrag wordt wellicht kwijtgescholden.
De piano is niet aangekocht om te dienen als instrument in het fanfare-orkest. Hij zal vooral van nut zijn voor de activiteiten van de Heidebloem als zangvereniging, toneelvereniging en voor de lessen notenleer bij de opleiding van muzikanten.

Corneel Van Gool, de allereerste voorzitter, zal deze functie slechts gedurende drie jaar waarnemen. Hij wordt in 1924 opgevolgd door Jozef Van Pul.

Meer wissels
In 1930 neemt Kalmthoutenaar Guillaume Oerlemans de taak van Gerard Nelen over. De laatste maanden voor het oorlogsjaar 1940 krijgt hij hierbij af en toe de steun van muziekmeester De Blaere, eveneens Kalmthoutenaar.

In 1932 geeft Jozef Augustijns zijn functie als secretaris op omdat zijn bedrijfje te veel tijd opslokt. Hij wordt opgevolgd door Jules Van Oers.

Eèèèr stààààt èèèèn… paard op zolder
Dacht André Van Duin origineel te zijn met zijn karnavalhit “Er staat een paard in de gang” ? In 1933 voert de toneelafdeling van de Heidebloem al het stuk op : “Er staat een paard op zolder” ! Straf, straffer, strafst.

Fedekam ?
toegetreden tot een overkoepelende federatie. Vermoedelijk (er wordt jarenlang slechts melding gemaakt van “de” federatie, zonder toevoeging van een naam) gaat het hier om Fedekam (= de confederatie van kristelijke amateurmuziekgezelschappen), de voorloper van Vlamo.

Wat de Heidebloem in 1936 heeft uitgevreten heb ik niet kunnen achterhalen. In ieder geval is de vereniging in aanvaring gekomen met het gerecht. In dat jaar worden er in totaal voor 455,70 frank uitgaven geboekt aan advocaten, verplaatsingskosten naar het gerechtsgebouw en proceskosten.

Met of zonder klak ? Mét !
In 1937 wordt er voor het eerst over een uniform uiterlijk gesproken. Nee, er komen nog geen dure jassen aan te pas. Voorlopig beperkt zich de gelijkvormigheid tot het dragen van een donkere kepie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kassa
Uit het kasverslag van 1938 blijkt dat De Heidebloem meevoelt met de hulpbehoevenden. Er wordt voor ongeveer negentig frank aan steenkool weggeschonken, terwijl de balans een negatief saldo aangeeft van meer dan 

700,- frank.

Op dat ogenblik zijn de nodige fondsen nog steeds voornamelijk afkomstig uit erelidgelden en giften met daar bovenop de gemeentetoelage, inkomsten uit toneelopvoeringen, het inrichten van tombola’s, het verkopen van chocolade en “snoeperijen” en vergoedingen voor deelnamen aan festivals en het opluisteren van feestelijkheden.

1940-1945

Zoals overal draait het verenigingsleven tijdens de oorlogsjaren op een bijzonder laag pitje. Het enige teken van leven zijn gedurende vier jaar een aantal repetities, gegeven door Leon Van Oers, en de huwelijken van een lange lijst actieve leden : Theofiel Van Meel, Jef Oerlemans (= niet de latere voorzitter maar de vader van vlotvaarder-avonturier Fons), Jan Van Hooydonck, Albert Van Oers, Edmond Van Meel, Gust Bohez , Gust Kuystermans, Jos Reynaerts, Alfons Van Oers en Leon Van Oers : ieder van hen geeft tussen 1940 en 1945 zijn jawoord aan een levenspartner.
Na de oorlog worden de repetities hervat onder de leiding van Antwerpenaar (de man had zijn voornaam toen niet echt mee) Adolf De Buyst.
In 1946 overlijdt Leon Oerlemans. Hij was vrijwel dag op dag 25 jaar penningmeester geweest. Zijn opvolger is Jules Oerlemans.

Eerste jubileum
Het vijfentwintig-jaar-bestaan wordt in 1946 gevierd met een groot festival. Aan dit muziekfestival is ook een wedstrijd verbonden met een rijke prijzentafel : een fonkelnieuwe bugel (geschonken door de gebroeders De Prins, een op dat moment gerenomeerde muziekwinkel uit Antwerpen) en een premiepot van 15.000,-Fr.
Aan de wedstrijd nemen in totaal dertig verenigingen deel. Winnaar wordt harmonie De Eendracht uit Wommelgem. Die gaat harmonie De Werker uit Essen en fanfare Vlijt en Eendracht uit Brecht vooraf.

Het moet gezegd : bij de harmonie De Eendracht van Wommelgem kennen ze hun wereld. Eén jaar later organiseren ze zelf een festivalwedstrijd en wie denkt U dat er met de hoofdvogel gaat lopen? Ha!

Wie heeft zoveel ping-ping-ping ?
Iedereen die bij een of andere vereniging is betrokken, en al eens de organisatie van een evenement van nabij heeft kunnen volgen, weet dat hiervoor handenvol geld nodig zijn. Om het jubileum in 1946 te kunnen financieren wordt dat jaar voor het eerst de Vlaamse Kermis georganiseerd.

Wissels aan de top
Enkele muziekmeesters volgen elkaar nu relatief snel op. Na twee dienstjaren wordt Adolf De Buyst bedankt en komt het heft in handen van Corneel Van Oers, afkomstig van Wuustwezel. In 1953 geeft die op zijn beurt het dirigeerstokje door aan Edgard Meulemans uit Sint-Mariaburg.

In 1948 sterft voorzitter Jozef Van Pul op 73-jarige leeftijd. Zijn functie wordt voortaan waargenomen door Jozef Oerlemans.

Het bestuur van 1953
In geschriften van 1953 vinden we voor het eerst sinds de oprichting van de vereniging in 1921 weer een namenlijst in de notulen. De vereniging telt op dat ogenblik 235 steunende leden en 62 werkende leden. Datzelfde jaar overlijdt Petrus Tilborghs, een der stichters en sinds 1924 ondervoorzitter van de Heidebloem.
Na de bestuursverkiezing in februari ziet het bestuur er op dat ogenblik als volgt uit : Jozef Oerlemans (voorzitter), Adriaan De Crom (ondervoorzitter), Jules Van Oers (secretaris), Jules Oerlemans (penningmeester), Rik Van Oers, Jozef Marijnissen (grootvader van de huidige voorzitter), Jozef Donckers (ook al grootvader van de huidige voorzitter), Alfons De Laat, Cyriel Van Oers, Albert Van Oers en Constant Jacobs.

Boerenkapel
In 1954 is er voor het eerst sprake van de boerenkapel. Deze boerenkapel is gewoon samengesteld uit dezelfde muzikanten als de fanfare maar ze hullen zich in gildekledij en spelen dansbare, goed in het oor liggende deuntjes.

Afscheid van de toneelafdeling
Einde 1959 staat de toneelvereniging voor de allerlaatste keer op de planken met de opvoering van een kersttoneel. Voorlopig zal er bij de Heidebloem alleen nog plaats zijn voor blaasmuziek.

Rond diezelfde tijd vormt er zich met het kruim van de muzikanten een orkestje onder de leiding van Jan Marijnissen. Eerst optredend als de Hot-Band mondt dat uit in Bier-Borrel. Dat is het ensemble dat de oudere generaties zich nog wel zullen herinneren als het bandje dat jarenlang de Milacavonden opvrolijkte.

Eerste uniform
In 1963 gaat de fanfare zich voor het eerst volledig uniformeren. Het wordt een donkergroen outfit met quasi militaire opschik : lijntjes over de broek, opsmuk op de schouders, kepi,…

Concours
In 1964 neemt de fanfare deel aan een muziekwedstrijd. In derde afdeling behalen onze muzikanten in Rupelmonde de eerste plaats. Het diploma prijkt jarenlang aan de muur van café De Ster (waar het lokaal destijds gevestigd was. De Ster werd daarna De Turfsteker en kent u nu, een beetje getransformeerd, als De Joker).

In 1968 wordt Jan Marijnissen officieel dirigent van De Heidebloem. In feite had hij zich de voorgaande jaren al als onderdirigent verdienstelijker gemaakt voor de vereniging dan de dienstdoende muziekmeester.

Buske stamp
Datzelfde jaar toont de fanfare zich ook van haar sportiefste kant en komt onverwacht uit de hoek met een voetbalploeg. Veel matchen worden er niet gespeeld. Toch treden ze vaak genoeg in het veld om Staf Van den Eynden een lelijke kniekwetsuur te doen oplopen.

50 jaar : koninklijke benoeming
In 1971 viert de fanfare uitbundig het vijftigjarig bestaan. Dat jaar zakken negenentwintig muziek-verenigingen af naar Nieuwmoer om deze viering luister bij te zetten. Majorettenkorps the Rainbows uit Roosendaal meldt zich zonder muzikale begeleiding. Zij stappen door de straten op muziek van De Heidebloem. Dit is de directe aanleiding tot de oprichting van ons minirettenkorps, twee jaar later.

In feestvieren zijn we altijd sterk geweest. Nauwelijks een jaar later steken we opnieuw de benen onder tafel nadat bij de gouverneur de koninklijke benoeming in ontvangst is genomen.
Wat houdt zo’n koninklijke benoeming in feite in ? Officieel heet het dat de koninklijke benoeming geen verworven recht is, doch wordt toegekend aan verenigingen die aan bepaalde, uitzonderlijke, streng omschreven voorwaarden voldoen. Een minimum bestaansduur van 25 jaar is noodzakelijk. De benoeming is afhankelijk van de plaats waar de muziekvereniging werkzaam is, de belangrijkheid van de vereniging, haar aantal uitvoerende- en andere leden, haar werking, haar deelname aan concerten en tornooien. Bovendien wordt rekening gehouden met de afdeling waarin de vereniging is ingedeeld en met haar palmares.
Voortaan wandelt onze vereniging door het leven als de Koninklijke fanfare De Heidebloem.
Dame(tje)s !
Op 24 februari 1973 stelt de Heidebloem het minirettenkorps voor aan het publiek. Vermits die kleine meisjes snel groeien beschikt de vereniging al snel over een mini- èn over een majorettenkorps.
In de geschiedenis van onze vereniging is dit in principe een zeer ingrijpende gebeurtenis. Tot die tijd waren dames immers taboe geweest. Dat geldt overigens niet alleen voor onze vereniging. Het is nu nauwelijks meer denkbaar maar de rol van de vrouw had zich altijd beperkt tot achter het opstappend korps lopen of ervoor zorgen dat toch tenminste iémand zat te luisteren als er een concert werd gespeeld. Maar gezien het slinkend aantal leden werden de verenigingen uiteindelijk gedwongen de vrouw niet langer de toegang tot deze vrijetijdsbesteding te ontzeggen. Ik herinner me een meisje dat in de zestiger jaren nog werd afgescheept met als reden: een fanfare die meisjes toelaat geeft toe dat er problemen met de bezetting zijn.
Ze zullen het niet graag horen, maar dat in die periode plots overal in de harmonies en fanfare majorettes opduiken was in de eerste plaats een noodoplossing om leden te winnen. Daarenboven was het ook een manier om de aandacht van het muzikale aspect af te leiden. Bij veel muziekverenigingen was immers het niveau recht evenredig gedaald met het aantal spelende leden.

Ik bedoel uiteraard niet dat het fout was om een majorettenkorps uit de grond te stampen. Het was het idee dat erachter stak dat niet deugde. Als een showkorps wordt binnengehaald moet dat artistiek en educatief ontwikkeld worden zonder de muzikale doelstellingen van de fanfare te verwaarlozen.

Het duurt nog tot 1975 vooraleer de eerste dame als muzikant in de fanfare haar opwachting maakt. Die eer valt te beurt aan Christel Buyens, vandaag nog steeds actief van de partij bij onze bugels. Zij maakt de weg vrij voor de echte integratie van de vrouw. Momenteel wordt meer dan de helft van de pupiters bezet door dames.

Alarm
In de zomer van 1974 ontvangt het bestuur een alarmerende oproep van een verontruste muzikant. Ik citeer letterlijk uit zijn brief: “Wat ik HEEL, HEEL triestig vind is dat de herhalingen pas beginnen om negen uur (…) en dan duren tot 10uur. Mijne heren, ik vind dit heel spijtig. Spijtig te meer, omdat er onder jullie, heren bestuursleden, personen zijn die zelf binnenkomen om kwart voor negen, of rond negen uur, terwijl mijns inziens deze het voorbeeld zouden moeten geven. Denk nu niet, Mijne Heren, dat ik hier naar een uitvlucht zoek om van de fanfare af te gaan, o neen, integendeel, ik wil alleen maar mijn gedacht uiten en wijzen op een eventuele slechte afloop die de gang van zaken zou kunnen teweegbrengen. Mijne Heren, vraag a.u.b. aan de muzikanten om wat vroeger te beginnen. Lukt het uiteindelijk nog niet, dan ligt de fout toch niet aan het bestuur maar wel aan de muzikanten zelf. En dan kun je nog altijd zeggen: ”Wat baten kaars en bril als den uil niet zienen wil. Wat baat het om gedurig aan te kloppen als ze niet willen opendoen?””

Nieuwmoerse Maatjesfeesten
Een vereniging in stand houden kost handenvol geld, dat is geweten. Voor iedere vereniging is er dus nood aan een goede inkomstenbron. De Vlaamse kermis wordt in 1975 allang niet meer georganiseerd en ook de tuinfeesten op het landgoed Mariënville van Ari Decker, jarenlang in coproductie met de St.-Jorisgilde, worden niet meer ingericht.
In 1975 wordt een idee van Jef Herrijgers uitgewerkt: de Nieuwmoerse Maatjesfeesten. Bezijden het natuurreservaat de Maatjes wordt een weekend lang een grote verscheidenheid van organisaties gepland: restaurant, bodega, tentoonstellingen, jeugdbals, dansgelegenheid bij het orgel, wandelingen, enz..
Het blijkt een schot in de roos.

Jeugdige belangstelling
In de tweede helft van de zeventiger jaren wordt met succes een grootscheepse wervingscampagne opgezet. Meer dan honderd kinderen schrijven zich in om notenleer te volgen. Het spreekt vanzelf dat na enkele jaren dit aantal sterk daalt maar toch kan een jeugdorkest worden samengesteld met meer dan dertig muzikantjes. Zij komen onder de leiding van Marcel Van Gool.
Dankzij (?) een slecht beleid slaagt men erin om hiervan nauwelijks een jaar later nog slechts een handvol muzikanten over te houden. Het is een gemiste kans die nog jaren later voor zure oprispingen zal zorgen bij Marcel, omdat hij geen enkele kans kreeg om zijn langetermijnvisie uit te spelen. De doorstart van de vereniging loopt er zeker vijf jaar vertraging door op.

Jan Marijnissen
In 1977 overlijdt Jan Marijnissen. Voor diegenen die hem persoonlijk hebben gekend zal hij altijd een soort voorbeeldfiguur blijven op het vlak van de amateuristische muziekbeoefening: door oefening zelf op niveau musiceren en voor de andere verenigingsleden altijd aangenaam gezelschap, met een eigen visie op de ontwikkeling van volksmuziek. Voor de leden die hem nooit persoonlijk hebben mogen kennen leeft hij voort als de tekstschrijver van De Heidebloemmars, een arrangement van zijn hand op een melodie van Ernst Moss.
Jan Marijnissen wordt opgevolgd door Victor Finckeflügel. Vic, zich zelf bewust van zijn tekortkomingen op het vlak van kopermuziek, relativeert zichzelf steevast als slechts een overgangsfiguur tussen Jan Marijnissen en een echte dirigent.

In de zomer van 1977 worden de nieuwe uniformen feestelijk voorgesteld. Het uniform slaat bij de muzikanten nauwelijks aan omdat het een beetje vlees noch vis is : geen parade-uniform maar zeker ook geen concertoutfit. Het bordeauxrode pak, met zwarte kepie zal geen lang leven beschoren zijn. Dat is van meet af aan duidelijk. Jammer van de centen.

1980 : terug naar af
Kritisch terugblikkend (een stùk gemakkelijker dan een klare kijk hebben op het moment zelf) kan je niet anders dan vaststellen dat de jaren zeventig de jaren van de gemiste kansen zijn geworden. Immers: in 1974 binden de muzikanten zelf de kat de bel aan (zie de brief die het bestuur mocht ontvangen). Bovendien wordt drie jaar later gestart met de opleiding van liefst 103 kandidaat-muzikanten en beschikt de vereniging al sinds ‘75 over een onwaarschijnlijk lucratieve inkomstenbron. Het minste wat je dan mag verwachten is dat deze vereniging blakend van gezondheid het volgende decennium kan binnentreden. Niets is minder waar.

Alarmfase 2
30 maart 1980 neemt De Heidebloem deel aan het kantonaal fedekamtornooi te Loenhout.
De juryleden komen werkelijk papier te kort om hun kritiek te ventileren. Ontegensprekelijk is het oordeel van de jury correct en de heren hebben zich nog voorzichtig uitgedrukt. De vereniging heeft echter zo’n optater gekregen dat ze het daaropvolgende jaar niet eens in staat is om een concert te spelen op de “viering” van hun eigen zestigjarig bestaan.

Maatjesfeesten boven
Muzikaal zijn de prestaties van de muziekvereniging in een diep dal beland, maar de fanfarefeesten, de Maatjesfeesten, zijn ondertussen een begrip geworden in de Noorderkempen.
Duizenden bezoekers zakken jaarlijks het tweede weekend van september af naar Nieuwmoer om te wandelen, fietsen, hengelen, meespelen in de duivenwedstrijd, kleiduifschieten, voetballen, kaarten, boogschieten, noem het maar. Anderen komen voor de attracties: John Massis, Jack in the Box, luchtballonnen, valschermspringers, steltenlopers, het is er allemaal. Er zijn bals voor de jongeren met drive-in-discotheken, voor ouderen zijn er dansorkesten en zelfs aan liefhebbers van het dansorgel is er gedacht. Wie het rustig wil houden kan in de bodega terecht. Daartussen vindt je nog de kermisattracties, optredens van blaasorkesten, majorettes, gildes, enz. Het restaurant met de verse mosselen en de vlooienmarkt hebben op enkele jaren tijd een stevige reputatie opgebouwd. De feesten beschikken over eigen openbaar vervoer met de Maatjes-City-Express en in 1980 komt daar bovenop ook nog de uit de kluiten gewassen mascotte…

“Jaan de Turfsteker”.
Rond deze bijna 4,5 meter hoge reus, word een mooie groep gevormd, de Vrienden van Jaan de Turfsteker, die in passende kledij wordt gestoken. De reus belichaamt de oorspronkelijke autochtone bevolking van Nieuwmoer, vooral in de directe omgeving van het huidige natuurreservaat De Maatjes, waar vroeger turf en moer werd gewonnen.
Dit folkloristisch gezelschap kent enkele florissante jaren, neemt deel aan de grootste reuzen- stoeten in binnen- en buitenland, maar verwatert na verloop van tijd en Jaan belandt onder het stof. Een van de redenen is vermoedelijk dat het organisatorisch op dezelfde schouders rust als voor wat de rest van de Heidebloem betreft. Toch verdiende dit initiatief beter dan na enkele jaren in de vergetelheid te verdwijnen.

Maatjesfeesten zondebok ?
Alles bij elkaar zijn de maatjesfeesten een ontzettend grote en complexe organisatie. Even voor zijn overlijden vertelde Jef Herrijgers me dat het een van de oorzaken is geweest van de verloedering van de vereniging. Door het succes van de Maatjesfeesten, waarvan de voorbereidingen telkens zo’n elf maanden in beslag namen, werd het doel van de vereniging verwaarloosd. De fanfarefeesten kregen de bovenhand over de muzikale activiteiten.

Gezocht : strohalm om vast te grijpen
Na het bewuste concours in Loenhout is iedereen het erover eens dat het zo niet meer verder kan. Zoals dat meestal gebeurt in moeilijke tijden zijn er behoorlijk wat spanningen tussen groepjes van muzikanten. Enkele willen resoluut de vereniging ontbinden, anderen willen wel verder maar niet met iedereen, … Ondanks het feit dat slechts een klein aantal “muzikanten” het zinkende schip nog niet heeft verlaten is de verdeeldheid groot.
Het bestuur ziet met lede ogen toe hoe steeds meer leden zich afkeren van de vereniging. Er zijn er wel die muziekschool beginnen volgen, maar Pierre Van Gastel bijvoorbeeld, vroeger slagwerker, studeert klarinet, een instrument waarmee je bij een fanfare niet terecht kunt. Voorwaar een veeg teken.

Een kleine positieve vonk onder de leden wordt door Jef Herrijgers, bestuurslid, uit alle macht aangewakkerd : steeds meer spelende leden geven te kennen dat ze muziekschool willen gaan volgen. In de eerste plaats wellicht voor hun persoonlijke ontwikkeling en niet om de vereniging vooruit te helpen maar het resultaat is in ieder geval dat op 1 september 1980 veertien Heidebloemers overtuigd naar de Muziekacademie der Noorderkempen vertrekken. Zonder dat ze zich daar van bewust zijn, wordt door deze veertien de basis voor de wederopstanding van de Nieuwmoerse fanfare gelegd.

Lust Nieuwmoer nog hafabra ?
In februari 1981 viert de Heidebloem het zestigjarig bestaan.
Op dat ogenblik is er buiten een boeiend verleden niet veel te vieren, ook al draagt de vereniging, zonder het te weten, de kiem van de hergeboorte in zich.
De fanfare is zelf niet in staat om een behoorlijk concert uit te voeren, maar nodigt in feestzaal De Schuur de Zwijndrechtse Saxofoonfanfare uit. Dit orkest is op dat moment de regerende nationale kampioen in ere-afdeling en heeft tweemaal op rij de eerste prijs in de hoogste afdeling behaald op het wereld-muziekconcours van Kerkrade. Meer dan driehonderd luisteraars wonen het concert bij. Opwerpingen als zou er op Nieuwmoer geen publiek meer bestaan voor fanfaremuziek worden hiermee meteen in de kiem gesmoord. Als kwaliteit wordt nagestreefd is er duidelijk meer dan voldoende belangstelling.

Gevraagd voor onmiddellijke indiensttreding: dirigent, muzikanten en bestuursleden
Jef Herrijgers trekt zijn conclusies: de spelende leden die nog resten volgen bijna allemaal muziekschool. Nu wordt het tijd dat er een kader wordt geschapen om die muzikanten, die zich individueel ontwikkelen, samen te doen werken aan een muzikale toekomst voor de Heidebloem.
Eerste vereiste: een dirigent.Doordat Jef deel uitmaakt van de beheerraad van de Muziekacademie der Noorderkempen heeft hij kennis gemaakt met Willem Van Hout. Jef steekt zijn waardering voor deze persoon niet onder stoelen of banken.
Hij weet Willem Van Hout te overhalen om samen met de werkgroep-muzikanten (die spontaan ontstaan is, een vreemde situatie, want in de gesprekken met Willem Van Hout wordt het bestuur niet betrokken) de problemen door te spreken. Een eerste gespreksronde brengt weinig zoden aan de dijk. Na een tweede vergadering worden wel concrete afspraken gemaakt. Jef weet op zeker moment Willem Van Hout zo ver te krijgen dat hij een jong beloftevol dirigent persoonlijk zal assisteren. Kort daarna volgt de mededeling dat Willem Van Hout in eigen persoon de taak van muziekmeester op zich zal nemen. Voor de termijn van een half jaar.

Tweede vereiste: een dynamisch bestuur met oog voor de toekomst om de vereniging ook organisatorisch terug op de rails te brengen. Jef Herrijgers heeft er nadien herhaaldelijk op gewezen dat de manier waarop het zover is gekomen hem zwaar op de maag is blijven liggen. Wat is er precies gebeurt?

Op het ogenblik dat de fanfare in de grootste malaise verkeerde en er nog slechts een vijftiental spelende leden overblijven wordt de vereniging bestuurd door … zestien bestuursleden. Exclusief twee leden die de majoretten vertegenwoordigen en de erevoorzitter, die vrijwel alle vergaderingen bijwoont, niet meegerekend. Daarnaast bestaat er een muzikantenwerkgroep die ook nog eens een zevental leden telt èn een werkgroep voor het majorettenkorps èn een werkgroep voor de Maatjesfeesten. Allemaal samen een onvoorstelbaar aantal mensen die op dat ogenblik in dienst staan van een fanfare van och god vijftien muzikanten.
Het eigenlijke bestuur bestaat op dat ogenblik bijna hoofdzakelijk uit mensen op hogere leeftijd. Zij hebben zeker het beste voor met de vereniging en hebben hun strepen verdiend in een rijk verleden, maar ze missen de vitaliteit om in deze crisis de situatie onder controle te krijgen.
Jef Herrijgers stelt voor om voor deze mensen een “Raad van Verdienste” op te richten. Zij mogen voortaan nog alle vergaderingen bijwonen, maar daar slechts een informatieve rol vervullen en hebben geen beslissingsrecht meer. Er wordt een regel ingevoerd die luidt dat alle bestuursleden die de leeftijd van vijfenzestig jaar bereiken, aan het einde van hun lopende ambtstermijn (maximum vier jaar) verplicht zijn om af te treden. Daarnaast zou het bestuur worden ingekrompen tot dertien leden en de vrijgekomen plaatsen worden in de eerste plaats opengesteld voor jonge mensen. De werkgroepen van de muzikanten en de maatjesfeesten worden opgeheven.
In 1982 is de hervorming rond. Jef Herrijgers wordt zoals verwacht de nieuwe voorzitter. Hij volgt Jef Oerlemans op die deze taak liefst tweeëndertig jaar lang heeft waargenomen. Ondervoorzitter wordt Jef Marijnissen en het secretariaat wordt, na een tumultueuze vergadering, toegeschoven naar Gino Van Oers. Marcel Kuystermans, de voorgaande secretaris neemt de functie van penningmeester over van Jules Van Oers. Met Jef Oerlemans, Jules Van Oers en Alfons De Laet verdwijnen drie pioniers, waarvan de twee eerstgenoemden nog van het eerste uur in 1921, uit het bestuur.
Bij de nieuwkomers vinden wij Myriam De Winter, het eerste vrouwelijke bestuurslid van De Heidebloem. Een ander veelbelovend bestuurslid, Marc Dejongh, zal helaas in oktober van datzelfde jaar, op 21-jarige leeftijd overlijden in een verkeersongeval.

Derde vereiste: een muziekvereniging heeft muzikanten nodig. Al de spelende leden die de voorgaande jaren de Heidebloem de rug hebben toegekeerd worden opgezocht en enthousiast duidelijk gemaakt dat er een nieuwe wind waait in de fanfare. Jongeren worden aangespoord om notenleer te volgen aan de muziekacademie in de hoop dat ze vervolgens voor een instrument van de fanfare zullen kiezen.
Het fanfare-orkest groeit in minder dan één jaar van 15 naar 25 leden.
Laatste maar niet onbelangrijkste vereiste: het oppoetsen van het fletse imago dat de vereniging zich door de jaren heen eigen heeft gemaakt. Als je niet langer wil worden versleten als caféfanfareke is het aangewezen om je fanfarelokaal niet onder te brengen in een cafézaaltje.
Dankzij, ook nu weer, een niet aflatende Jef Herrijgers kan de vereniging op 4 april 1982 verhuizen naar een klein lokaal in de gemeenteschool op de Wuustwezelsteenweg.
Maar de belangrijkste manier om jezelf in een gunstig daglicht te plaatsen is natuurlijk aan de hand van je prestaties bewijzen dat je wil bouwen aan een nieuwe toekomst èn ervoor zorgen dat die prestaties niet ongemerkt voorbijgaan. Ook hier trekt Jef aan de kar. Zo zorgt hij er bijvoorbeeld voor dat een evenement in het “Onthaalcentrum voor thuislozen” in Antwerpen uitgebreid in de kijker loopt onder het moto “Het dorp ontmoet de stad”.
Alle vereisten om met een nieuwe lei te kunnen beginnen zijn dan vervuld: een uitstekend dirigent, een jong en dynamisch bestuur, een “eigen” lokaal. Om nu de finishing touch aan te brengen is er vooral veel geld nodig.
Omdat sinds 1975 de Maatjesfeesten een lucratieve inkomstenbron zijn die nauwelijks werd aangesproken kan er voor ieder muzikant een degelijk instrument worden aangekocht. In de gemeenteschool wordt een groter lokaal volledig akoestisch aangepast aan de noden van de vereniging. Dit lokaal is overigens geen eigen lokaal van de vereniging, maar een van de leslokalen van de Muziekacademie der Noorderkempen. In ruil voor de investeringen die De Heidebloem doet in de aankleding van het lokaal kan de muziekacademie voor de lessen slagwerk beroep doen op de instrumenten van de fanfare. Een win-win-situatie op dat moment.

De fanfare blijft deelnemen aan het sociale leven, maar het duurt tot maart 1983 voor ze klaar is voor de grote uitdaging: het eerste lenteconcert. Willem Van Hout is formeel. Hij wil alleen het fanfare-orkest van De Heidebloem op de affiche, géén voorprogramma, géén aansluitende publiekstrekker, géén glazen en tapkraangerommel tijdens het concert, maar een verduisterde zaal in theateropstelling zonder tafels. Hij waarschuwt zijn muzikanten, die zich te pletter hebben gerepeteerd op het programma, voor de mogelijkheid dat er vrijwel geen publiek zal zijn. Geen overbodige onheilsprofetie blijkt: slechts een vijftigtal luisteraars komt opdagen. Vrouwen, kinderen en ouders van de muzikanten en nog een handvol getrouwen die de vereniging volgen door dik en dun.
Het is even slikken voor de muzikanten. Willem Van Hout verzekert hen echter dat de mond aan mond reclame, na een behoorlijk concert, de belangrijkste publiciteit is en inderdaad, jaar na jaar wordt de schare toehoorders omvangrijker.

Trommelkorps verdwijnt met stille trom
De radicale omvormingen in de muziekvereniging brengen in 1981 wijzigingen mee voor de onderafdelingen. Op dat moment heeft de Heidebloem zowel een fanfare als een majorettenkorps. Maar ondertussen wordt al geruime tijd gewerkt aan de uitbouw van een drumband.
Voor de recrutering van nieuwe leerlingetjes vissen alle afdelingen in dezelfde vijver en dat doet zich gevoelen. Zeker in een relatief klein dorp als Nieuwmoer. Louis Van Oers, die zich ontfermt over het trommelkorps, ziet met lede ogen hoe zijn pupillen opgeslokt worden door het concertorkest. Het bestuur moet kiezen waar het zijn prioriteiten legt. Een stevige uitbouw van het trommelkorps zal geld kosten. Geld dat ook nodig is voor het groot orkest. Bovendien zullen, na de transformatie van wandelfanfare naar concertorkest, de muzikanten aanzienlijk minder aan optochten deelnemen.
Het bestuur heeft het moeilijk om de knoop door te hakken. Dat blijkt uit de notulen van de secretaris. Tijdens de vergadering van 16 april 1982 wordt nog de goedkeuring gegeven om drie tenortrommels aan te kopen. Er worden nog prijsoffertes voor gevraagd maar de trommels worden nooit effectief aangekocht. Nauwelijks een half jaar later, 24 september om precies te zijn, wordt besloten een punt te zetten achter het slagwerk-project.

Majorettes steken stokje voor afschaffing
Ook de relatie tussen fanfare en majoretten heeft betere tijden gekend dan net na de koerswijziging van 1981.
Volgens de showgroep is het gevaar niet denkbeeldig dat zij net als het trommelkorps op een zijspoor worden gerangeerd. Tot dan bestond het belangrijkste deel van hun activiteiten immers uit optochten samen met de fanfare. Als de fanfare in de toekomst straatoptredens tot een minimum gaat beperken wordt meteen de belangrijkste bestaansreden weggenomen. Bovendien wordt al snel duidelijk dat verschillende majorettes muziekschool gaan volgen om later deel uit te kunnen maken van het concertorkest. Nog een andere reden die aanleiding geeft tot ongerustheid is het afschaffen van de gezamenlijke repetities van fanfare en majorettes. Tot die tijd werd er regelmatig samen geoefend omdat de shownummers van de majorettes hoofdzakelijk werden uitgevoerd op door de fanfare gespeelde muziek. Maar nu beslist de dirigent dat er zodanig veel werk aan de winkel is om van de “caféfanfare” een muziekvereniging te maken dat alle nevenactiviteiten hiervoor moeten wijken.

De majorettenleiding van dat moment blijkt echter tegen een stootje bestand en door grondige wijzigingen aan te brengen in hun structuur en programma weten ze
eveneens te overleven. Optredens gebeuren voortaan met mechanische begeleiding en hun belangrijkste activiteiten zijn jaarlijks een hele reeks wedstrijden.

Van Lenteparade tot Lenteconcert
De belangrijkste activiteiten van de fanfare zijn de concerten die worden uitgevoerd, doorgaans op verzoek van bevriende verenigingen, en natuurlijk : het jaarlijkse Lenteconcert. Ondertussen spreken we in feite zelfs van Lenteconcerten, vermits het inmiddels om een tweedaags gebeuren gaat. Op ons kerkdorp is er immers geen accommodatie voorhanden die in één keer vierhonderd mensen kan herbergen, tenzij de kerk. Het Lenteconcert was, heel lang geleden, begin jaren ’80, de opvolger van wat de “lenteparade” werd genoemd.
Die Lenteparade was een initiatief van Jef Herrijgers en Jos Buyens dat zijn oorsprong vond in 1978 : het Jaar van het Dorp. Op deze muziekavond werd een mix gepresenteerd van alle verenigingen die ergens voeling hadden met muziek. Er werd geconcerteerd door de fanfare, er was een optreden van de majorettes, daarnaast werd er vocaal uitgehaald door de zangkoren Rietsanck en Avondgalm. Maar ook de Nieuwmoerse basisschool was vertegenwoordigd met een samenspelgroep. In 1983 en ’84 werd zowel de Lenteparade als het Lenteconcert georganiseerd. Daarna is alleen het Lenteconcert overeind gebleven. Met stijgend succes. In 1983 zat er slechts een vijftigtal personen in de zaal : vrouwen en kinderen van de muzikanten. Maar in 1985 werden er aan de inkom reeds 230 mensen geteld.

Voorzitterssjerp wisselt van schouder
Maart 1983 deelt Jozef Oerlemans het bestuur schriftelijk mee dat hij zich terugtrekt als voorzitter van de vereniging.
Officieel was hij vijfendertig jaar onafgebroken het hoofd van de vereniging. Officieus werd de taak van voorzitter al sinds 1981 waargenomen door Jozef Herrijgers. Het is bijgevolg geen verrassing dat deze op 12 april 1983 door het bestuur als nieuwe voorzitter wordt aangewezen.
In mei van het daaropvolgende jaar wordt de functie van secretaris overgedragen van Gino Van Oers op Guido Breugelmans. Gino Van Oers neemt voortaan de public relations voor zijn rekening.

Nieuw uniform
Vanaf 27 juni 1986 wordt het uniform van alle militaire opsmuk ontdaan. De fanfare komt naar buiten in een klassiek, strak blauw uniform met grijze broek. Met een feestelijk kioskconcert worden de nieuwe pakken voorgestel.

Het oordeel van de jury
Onder leiding van dirigent Willem Van Hout wordt er hard gewerkt om het niveau op een aanvaardbaar peil te brengen. In 1987 vindt de muziekmeester de tijd gekomen om op een arrondissementeel concours van Fedekam (confederatie van katholieke amateurmuziekverengingen) een eerste test te wagen. De Heidebloem zal uitkomen in derde afdeling.
Punten zijn er niet te verdienen op deze wedstrijd maar het juryrapport is uitermate positief en De Heidebloem selecteert zich voor het provinciaal kampioenschap te Mechelen. De vreugde is groot.
Op het einde van datzelfde jaar worden de muzikanten van De Heidebloem in Mechelen tot hun eigen stomme verbazing uitgeroepen tot provinciaal Fedekam-kampioen in derde afdeling. Dat impliceert tegelijk dat ze nu de provincie mogen vertegenwoordigen op het nationaal kampioenschap in 1988 te Neeroeteren.
Meteen zetten de spelende leden van De Heidebloem voor het eerst de kroon op het werk. De promotie naar tweede afdeling is een feit en de blauwe wimpel, uitgereikt aan de nationale kampioen derde afdeling, komt mee naar Nieuwmoer. Het was nochtans kantje-boord want met 85% werd slechts nipt de limiet behaald. (Op provinciale- en nationale muziekwedstrijden van Fedekam wordt een titel alleen toegekend als het sterkste korps in de reeks tenminste 85% van de punten behaald.)

In oktober 1990 neemt De Heidebloem deel aan het provinciaal Fedekam-kampioenschap te Merksem. Die datum ligt niet zo eenvoudig voor onze vereniging. De maand juni is voor een vereniging met veel jonge leden gezien de schoolexamens niet ideaal om een nieuw programma in te studeren. Daarna volgt de zomervakantie: evenmin een uitgelezen periode om concourswerken op de muzieklessenaar te zetten. Vervolgens komt september, met voor De Heidebloem enkele hectische weken vanwege de Maatjesfeesten. Dat maakt dat in een relatief korte periode een programma moet worden ingestudeerd met een hoge moeilijkheidsgraad.
Dat dit niet zonder risico is blijkt de dag voor de wedstrijd. Als generale repetitie voert de Heidebloem een verbijsterend slecht concert uit in Londerzeel-St.Jozef.
‘s Anderendaags is het contrast echter des te groter. Het orkest wordt door de dirigent bijna feilloos door het programma geloodst en wordt met grootste onderscheiding laureaat in tweede afdeling. Meer zelfs: ze nemen ook de fedekam-trofee mee naar huis die wordt uitgereikt aan de beste prestatie over alle categorieën heen.
Willem Van Hout waarschuwt zijn muzikanten : zo’n hoge score maak je maar één keer mee in je carrière. Mis : enkele maanden later doet de Heidebloem deze krachttoer nog een keer over op het nationaal kampioenschap. Met 92 % gritst de fanfare nu de rode wimpel mee. De Heidebloem promoveert naar eerste afdeling als nationaal fedekam-kampioen tweede afdeling 1991.

Dat jaar moet een en ander gevierd worden. De muziekvereniging is precies zeventig jaar jong geworden, floreert als nooit tevoren, Willem Van Hout staat een decennium lang aan het hoofd van de vereniging, een gloednieuw vaandel wordt ingewijd en Jef Herrijgers draagt na een relatief korte – maar ongelooflijk vruchtbare – ambtsperiode het voorzitterschap over aan Jef Marijnissen.

Nieuw vaandel
Op een receptie, in het fanfarelokaal, ter gelegenheid van de festiviteiten, draagt Jef Herrijgers de voorzittersjerp officieel over aan Jef Marijnissen. Een emotioneel moment. De fanfare speelt hun Heidebloemmars met een aangepaste tekst die onomwonden stelt: zonder Jef Herrijgers was van de Heidebloem geen sprake meer geweest.
Op dezelfde receptie wordt het nieuwe vaandel voorgesteld. Het is een aangepaste versie van de eerste vlag die werd gemaakt in 1938. De kerk wordt nu afgebeeld zoals we ze nu kennen, en rechts wordt een roerdomp weergegeven. De roerdomp die symbool staat voor de maatjesfeesten en voor de Maatjes in het algemeen. De Maatjes die aan de grondslag liggen van het dorp Nieuwmoer.

Oostenrijk : maak je borst maar nat
Ook nog in 1991 vertrekt de muziekvereniging voor het eerst op een meerdaagse concertreis naar het buitenland.
De Heidebloem is door Herr Tony Hammerle uitgenodigd in Holzgau-Tirol. Er is wel één belangrijke vereiste waaraan moet worden voldaan: naast het fanfare-orkest moet er ook een bigband meereizen die twee concerten voor zijn rekening neemt. Die bigband zijn we evenwel niet rijk. Zelfs het orkest Bier-Borrel (U weet nog wel, van o.a. de Milac-avonden) is sinds 1984 definitief ter ziele. Maar dat kan volgens dirigent Van Hout geen onoverkomelijk probleem zijn. In mei 1991 stelt hij een band samen, voornamelijk bestaande uit muzikanten van het fanfare-orkest en nauwelijks vijf maanden later vallen op de premiere-avond in Tirol letterlijk de monden open. De Heathflower Bigband is een feit en staat als een huis. Chapeau voor de muzikanten.

Heathflower Bigband Happening
Op de terugweg staat het al zo goed als vast: wat de muzikanten van de Heathflower Bigband hebben opgebouwd in die korte periode kan niet zomaar opzij geschoven worden na deze twee concerten. Er wordt de eerstvolgende bestuursvergaderingen druk gepalaverd op welke manier dit orkest aan alle leden en sympathisanten kan worden voorgesteld. Het resultaat laat niet lang op zich wachten: 30 mei 1992 richt de Heidebloem voor de eerste keer de Heathflower Bigband Happening in. Een hele avond bigbandmuziek door ons eigen orkest, gezellig bij de barbecue. Ook voor de bigband wordt een passende outfit bedacht: De Bigband muzikanten kleden zich in wijnrood giletjasje met dito vlinderdas en zwarte broek.

De Heidebloem Info
Zoals steeds wordt de publiciteit hiervoor gevoerd door o.a. publicaties in het eigen Heidebloem-Infoblad.
De basis voor dat infoblad wordt gelegd in 1989. Luc Van den Eynden komt dat jaar in november met het voorstel om de jaarlijks weerkerende speeches op het teerfeest op papier te zetten, ze te bundelen en elke aanwezige een exemplaar te bezorgen. Dat zou lange gedwongen stiltes vermijden tijdens de verschillende voordrachten. Bovendien zouden details die je al luisterend ontgaan nu simpelweg zwart op wit staan. Het twaalf bladzijden tellend Infoblaadje dat voortspruit uit dit idee bevat een bijdrage van de dirigent (Willem Van Hout), de secretaris (Erna Kuystermans), de voorzitter (Jef Herrijgers), de penningmeester (Gino Van Oers), een verantwoordelijke van de majorettes (Nancy Mertens) en de verantwoordelijke voor de jeugdwerking (Luc Van den Eynden). De voorzitter is best tevreden met het resultaat en stelt voor om het Infoblaadje te verdelen onder alle werkende en steunende leden. Het gevolg is dat in januari 1990 te Nieuwmoer in zo’n vierhonderd brievenbussen het eerste Infoblaadje van De Heidebloem wordt gedropt.
Drie maanden later is daar een eerste vervolg aan gebreid. Terloops wordt de lezer er in deze tweede editie op gewezen dat het de bedoeling is dit blaadje vijf tot zesmaal per jaar te laten verschijnen. Maar, wordt er aan toegevoegd: in het vervolg zal het wellicht wel gereduceerd worden tot een viertal bladzijden. Inmiddels moet het eerste dunne Infoboekje nog gemaakt worden en verschijnt het tegenwoordig, na meer dan vijfentwintig jaar, reklamebladzijden meegerekend, nog steeds vierentwintig bladzijden dik.
Nochtans is de huidige vorm van dit Infoblaadje niet de eerste poging tot het uitgeven van een korpsblad. Reeds in mei 1985 verschijnt van de hand van toenmalig secretaris Guido Breugelmans een eerste nummer van wat een maandblad moet worden. Het vier bladzijden tellend blaadje verschijnt ook nog in april, maar een derde nummer is er nooit gekomen.

Onze jeugd = onze toekomst
De vereniging beschikt sinds 1991 dus over een fanfare- en een bigbandorkest. Maar het niveau van beide ensembles ligt zodanig hoog dat het voor jonge nieuwkomers steeds moeilijker wordt om probleemloos mee in het geheel te schuiven. Daarom wordt er ook getimmerd aan een samenspelgroep die kandidaat-fanfareleden opvangt en wegwijs maakt in het musiceren in groep. Reeds in september 1987 wordt er een eerste keer gestart met zo’n samenspelgroep maar doordat deze muzikantjes na verloop van tijd worden doorgesluisd naar het grote orkest blijft het lange tijd een weinig samenhangend geheel. Vanaf 1993 krijgt de groep een vrij stabiel karakter. Voortaan zullen ook de muzikantjes die al deel uitmaken van het fanfare-orkest nog deel uit blijven maken van de samenspelgroep. De muzikantjes met de meeste ervaring zullen dan nieuwelingen door de moeilijke aanvangsperiode kunnen helpen. Bovendien zullen ze binnen Jeugdensemble De Heidebloem (zoals de groep inmiddels is gedoopt) al eens een solo voor hun rekening kunnen nemen, daar waar dit in het fanfare-orkest nog te hoog gegrepen is. Deze samenspelgroep staat van bij het prille begin in 1987 onder leiding van Luc Van den Eynden, op dat moment de onderdirigent van de fanfare.
Om die jeugd nog beter op te vangen en te begeleiden wordt er tegelijkertijd ook een jeugdbestuur gevormd. Dit bestaat uitsluitend uit jonge krachten die zich willen engageren, weliswaar onder toezicht van een of meer bestuursleden. Dit bestuur dient als doorgeefluik tussen jeugd en bestuur en organiseert o.a. eenmaal per jaar een jeugdweekend en een concertavond.

Bevestigd in eerste afdeling
In oktober 1994 neemt De Heidebloem deel aan een muziekwedstrijd in de muziekacademie te Merksem, ingericht door de provincie Antwerpen. Het is voorlopig het laatste concours waar ons fanfare-orkest is aangetreden. De muzikanten behalen er 72% in eerste afdeling. (wie voor het eerst deelneemt aan zo’n wedstrijd ingericht door de provincie (zoals die keer De Heidebloem), kan maximaal 79,5% behalen binnen een bepaalde afdeling. Verdient men een beter resultaat dan wordt de vereniging in een hogere afdeling ondergebracht). Onze 72% betekenden op 57 deelnemende verenigingen het vijfde beste resultaat. Het oordeel van de jury luidt unaniem: “De Heidebloem levert met een klein quantitatief potentieel een kwalitatief prima prestatie !”

Nieuw reglement
In mei 1995 worden de nieuwe statuten en het inwendig reglement van de feitelijke vereniging “Muziekvereniging De Heidebloem” bekrachtigd. Muzie-vereniging De Heidebloem is voortaan de allesomvattende naam voor het fanfare-orkest De Heidebloem, de Heathflower Bigband, jeugdensemble De Heidebloem en twirling De Heidebloem. In die statuten lezen we dat de doelstelling van muziekvereniging De Heidebloem is : “de muziekbeoefening te bedrijven en te bevorderen, muziekbeoefenaars de kans geven zich te ontplooien in organisatorisch verband, op niet beroepsmatige wijze ; vriendschap, samenwerking en vertrouwen te ontwikkelen onder de leden en een sociaal-culturele rol binnen de leefgemeenschap vervullen”. Het is de eerste keer sinds 1921 dat het reglement wordt aangepast.

Muzieklessen in eigen beheer                                                                                                                                                Bijna twintig jaar lang heeft de vereniging de opleiding van muzikanten exclusief overgelaten aan de muziekacademie, maar in 1996, in het jubileumjaar van 75 jaar Heidebloem, wordt er nogmaals gestart met een opleidingsklas binnen de vereniging. Het zijn vrijwel uitsluiten volwassenen die zich voor de cursus inschrijven.

Terug naar Holzgau                                                                                                                                                                      Op het einde van 1996 reist de vereniging opnieuw af naar Tirol. U kunt hier doorklikken als u wilt lezen wat daarover werd geschreven in ons Heidebloem-Info nummer van januari 2017.

21 december van hetzelfde jaar speelt De Heidebloem een kestconcert in samenwerking met zangkoor Rietsanck en de gerenomeerde bas-bariton Frans Van Eetvelt. Twintig jaar later wordt er nog steeds gereffereerd naar dit indrukwekkende concert. Klik hier als u het verslag wil lezen uit het infoboekje van maart 2017.

Voorzitterswissel                                                                                                                                                                                       In 1997 houdt Jef Marijnissen het onverwacht voor bekeken als voorzitter. Privéleven en zijn voorzitterssjerp zijn niet langer te combineren. Jacques Vanden Eynden volgt hem op.

Laatste Maatjesfeesten in de Maatjes  

Op de Maatjesfeesten van 1998 zitten er op vrijdagnamiddag liefst achthonderd (800!) kinderen in de tent. Ze gaan allemaal samen uit de bol voor de Burgemeester van Samson en Gertshow. Niets doet vermoeden dat zondagavond de tent zal moeten ontruimd worden door de extreme weersomstandigheden. Alles loopt relatief goed af, maar de schrik zit er zo diep in dat niemand het binnen de vereniging het nog in zijn hoofd haalt om het jaar erna nog eens te organiseren in zo’n grote tent.

Onze twirlgroep bestaat in 1998 vijfentwintigj jaar en dat wordt uiteraard gevierd.

Een maand later bevestigen de muzikanten zich in “eerste afdeling”, onder leiding van Willem Van Hout, op de muziekwedstrijd van de provincie Antwerpen.

Eerste vrouwelijke voorzitter

In september 1999, dus net voor de eeuwwisseling, schrijft Alida Arnouts geschiedenis. Zij volgt Jacques van den Eynden op als voorzitter en wordt zo de eerste vrouwelijke voorzitter, niet alleen van de Heidebloem, maar gewoon van heel België. Nergens deed men dit voor. De Heidebloem die inbeukt tegen het glazen plafond, komt dat zien, komt dat zien.

Jacques van den Eynden verdwijnt als voorzitter, maar ook als bestuurslid en als muzikant. Hij zal altijd herrinerd worden als de man die de linkt heeft gelegd tussen het bedrijfsleven en de vereniging. Hij zorgde voor de financiële armslag van de Heidebloem, in die mate dat zich ook de jaren daarna op dat vlak geen problemen voordeden.

Eveneens in september overlijdt op vierenegentig jarige leeftijd een der laatste der Mohikanen. Jef Hensen, de laatst overgebleven stichter van de vereniging, was erelid tot het einde van zijn dagen.

De Heidebloem bindt na tientallen jaren nog eens de voetbalschoenen aan en speelt 4-4 gelijk tegen dezelfde ploeg als waartegen de laatste wedstrijd werd gespeeld in de jaren zeventig : de muzikanten van Vlijt en Eendracht Kalmthout.

 In december speelt de Heidebloem in samenwerking met de zangkoren Rietsanck en Ericantat een kerstconcert met tenor Rob Boden als solist. De kerstman ho-ho-hoow-rde dat het goed was.

 Bij de twirlgroep is er na een lange impasse weer zicht op beterschap. Er is een nieuwe leidster gevonden. Annemieke Jansen (hoe Vlaams kan een naam zijn?) uit Essen blijkt getalenteerd, heeft maturiteit, uitstraling, is enthousiast, kortom, ze heeft alles wat nodig is om deze afdeling terug op de rails te zetten.

Terug naar af voor de twirling 

In januari 2000 heeft Annemieke Jansen een verkeersongeval gehad. Ze komt al vrij snel terug om les te geven, maar springt op krukken. Iets later zal blijken dat ze nooit meer zal dansen. Heel erg voor onze vereniging, want de nood wordt nu wel erg hoog, maar natuurlijk vooral doodjammer van Annemieke.

Bigband mét crooner   

De Heathflower Bigband is nu al zo’n negen jaar actief en schakelt een tandje hoger. Vanaf nu hebben ze met Rudy Van Meer een crooner die hun liedjes nog net dat tikkeltje hoger kan tillen.

De sterren staan in 2000 niet goed voor wie leiding moet geven bij De Heidebloem. Dirigent Willem Van Hout heeft een verkeersongeval gehad en komt op krukken en in het gips repetitie geven.

In mei organiseren wij bij uitzondering nog eens de Heathflower Bigband Happening in een tent. De weergoden keren zich opnieuw tegen ons. De tent gaat plat, wordt terug opgezet en moet opnieuw plat gelegd want er komt nog erger noodweer opzetten, zo wordt voorspeld. Alle Nieuwmoerse zalen zijn bezet, dus er zit niets anders op dan de turnzaal van de voormalige jongensschool om te toveren tot feestzaal. De accoustiek is erbarmelijk, ondanks de tientallen meters stof die tegen de muren worden gedrapeerd. Wonder boven wonder, als ze ’s avonds is volgelopen met publiek klinkt ze perfect. Wellicht was dit de mooiste, leukste, gezelligste, happening die the Heathflower Bigband in zijn bestaan speelde, ondanks dat iedereen op het tandvlees zat vanwege de supersnelle opbouw van de zaal.

Op het einde van dit jaar wordt er extra aandacht besteed aan de kinderen. Weliswaar organiseert de Heidebloem al sinds mensenheugenis de Intrede van Sinterklaas, maar vanaf nu willen we dat extra feestelijk doen. Er wordt een volledig verhaal verzonnen dat zich zal afspelen tijdens de optocht en zijn ontknoping zal kennen op het podium in de zaal.

Nieuwe Statuten

Op 1 juli 2001 wordt de Muziekvereniging officieel een vzw. De vzw Muziekvereniging De Heidebloem zal de fanfare, het concertorkest, het opleidingsorkest en de twirlafdeling van De Heidebloem overkoepelen.

2001 : www.deheidebloem.be

In september 2001 gaat De Heidebloem het wereldwijde web op. De digitale toekomst van de vereniging is aangebroken. Aanvankelijk komen er zo’n twintig bezoekers per dag een kijkje nemen. Men zou verwachten dat dit iets zou afnemen naarmate de mensen de inhoud van de website kennen, maar het tegendeel is waar. In 2017 zal het gemiddeld bezoekersaantal per dag zijn opgelopen tot 28 per dag. Leuk juillie hier allemaal te ontmoeten!

In november reist De Heidebloem voor de derde keer naar Holzgau Tirol.Wie wil lezen wat hierover destijds in ons Infoblad verscheen, klikt hier door.

2002 Wedstrijd

Het is weer enige tijd geleden dat deelgenomen werd aan een muziekwedstrijd. Hoog tijd voor een nieuwe peiling dus. De Heidebloem behaalt 87,7 procent in eerste afdeling. Klik hier als u wilt lezen hoe er destijds naar die wedstrijd werd toegeleefd.

The Bargoed Male Voice Choire

In 2003 zoekt een zangkoor uit Wales, op toernee door Vlaanderen, een orkest in de provincie Antwerpen om samen mee te concerteren. De Heidebloem gaat met veel plezier in op hun aanbod. Lees hier het verslag van dat gezamenlijke concert.

2003 is een dieptepunt voor de twirlafdeling. Er zijn nog slechts vijf dansmeisjes over. Toch is het verbazend om zien hoe gemotiveerd dat kleine groepje is. Ze gaan cursussen volgen bij andere verenigingen, volgen opleidingen bij Vlamo, doen wedstrijden mee en ondanks dat alle prijzen aan hun neus voorbij gaan blijven ze er de moed inhouden. Een van de redenen is misschien het ongebreidelde optimisme van de “majorettenmoeder” Mieke Nouws, die tegen alle doembeelden in tegen de stroom op blijft roeien en een uitweg zoekt uit de impasse.

 Niemand weet waarom en wat er plots anders is geworden dan voorheen, maar in 2005 willen alle kleine meisjes plots lid worden van onze twirlafdeling. Op het einde van 2005 is de groep uit het niets aangegroeid tot 45 meisjes. Ditzelfde jaar wordt Annemie Skopinski aangenomen als coach voor onze twirlers. De toekomst zal uitwijzen dat dit voor onze twirlafdeling even belangrijk was als 25 jaar eerder het aantrekken van Willem Van Hout voor het orkest.

In 2006 wordt er voor de allereerste keer een showavond georganiseerd. Dit had niemand zien komen zo’n drie jaar geleden. De twirlgroep heeft zich plots terug op de kaart gezet in onze dorpsgemeenschap en schiet pijlsnel omhoog. In kwantiteit maar ook op kwalitatief vlak.

Lillo in Harmony in 2006

in mei 2006 is onze muziekvereniging (muzikanten en twirlers) te gast in Lillo. Het wordt een schitterende namiddag in wellicht het meest surrealistische decor waarin we ooit hebben gespeeld en ooit zullen spelen. Klik hier door voor een volledig verslag van die vreemde ervaring, opgetekend in 2006.

In september behalen de twirlmeisjes liefst vier provinciale titels bij Vlamo en dwingen zo een selectie af voor de nationale wedstrijden.

In november schurkt De Heidebloem tegen de afdeling “uitmuntendheid” aan maar haalt de promotie net niet. Dezelfde dag behalen de twirlers hun allereerste gouden medaille. Later zal blijken dat dit het begin is van een, letterlijk, gouden periode.

Nieuwe voorzitter

9 januari 2007 worden de functies verdeeld voor het nieuwe bestuur, na de verkiezingen in december op de Algemene Vergadering. Alida Arnouts heeft haar pensionering aangekondigd en trekt zich bijgevolg terug als voorzitter. Jo Milbou volgt haar op. Alida zal nog wel tot december 2013 bestuurslid blijven.

Ode aan Jan Marijnissen

In december 2007 speelt De Heidebloem een herrineringsconcert aan Jan Marijnissen  in feestzaal De Schuur. Om dat concert extra luister bij te zetten worden de gebroeders Smeulders ingehuurd. Als accordeonvirtuozen zijn ze de gedroomde muzikanten om de liefde van Jan voor de trekzak in de verf te zetten. Wie het verhaal over dit concert wil lezen, zoals het in januari 2008 verscheen in De Heidebloem Info, klikt hier.

Dit zelfde jaar start De Heidebloem voor de allerlaatste keer met een eigen opleidingsklas. Twaalf personen schrijven zich in.

In april van 2008 komt de televisieploeg van ATV opnamen maken in ons lokaal. In de uitzending die op antenne gaat spelen wij onze Heidebloemmars.

Uitmuntendheid

In oktober 2010 zet Willem Van Hout de kroon op zijn werk. Hij promoveert met De Heidebloem naar de afdeling “Uitmuntendheid”, na 29 jaar knokken, bouwen, doorgaan en doorgaan. Meteen kondigt hij zijn vertrek aan.

Bigbandhappening

Op 29 mei 2011 speelt de Heathflower Bigband voor de twintigste keer een Bigbandhappening. Zoals het een gewoonte is geworden opent de twirlafdeling de namiddag, waarna de bigband overneemt en het publiek mee voert op een uitstap terug in de tijd. Terwijl de muzikanten het beste van zichzelf geven, wordt er gebarbecued alsof het de laatste keer is. Het zal niet de laatste barbecue zijn, maar het wordt wel de allerlaatste bigbandhappening van onze vereniging.

In november van hetzelfde jaar verschijnt De Heidebloem voor het eerst op facebook.

Dertig jaar onder leiding van Willem Van Hout, dan neem je niet zo maar met een vingeknip afscheid. In november gaat de vereniging op weekend naar La Roche (klik hier door) om de dirigent daar intern eens flink in de bloemen te zetten en thuis volgt er nog een concertnamddag met de Heathflower Bigband en het groot concertorkest, zodat ook alle fans afscheid kunnen nemen. Een terugblik zou hier teveel plaats innemen, klik daarom hier door als u meer wil lezen.

Nieuwe dirigent

Na een lange zoektocht wordt Willem Van Hout begin december 2011 opgevolgd door Bernd Van Echelpoel (klik hier voor een verslag over die zoektocht). Een jonge superenthousiaste muzikant, bruisend van energie en ideeën. Wie meer wil lezen over deze getalenteerde muzikant, klikt hier door een gesprek dat werd opgenomen in juli 2012.

Red de Hei

In 2011 verwoest een enorme brand een groot gedeelte van de Kalmthoutse heide. Zowat alle muziekverenigingen en koren werken mee aan een benefietconcert in 2012 om herstelwerken te kunnen bekostigen. Klik hier voor een verslag van dat evenement.

Quiz

Weinig mensen weten dit maar onze vereniging heeft ook een quizploegje dat dat bijna twintig jaar de Noorderkempen rondstruint. In augustus van 2013 weten ze eindelijk eens een quiz te winnen, mààr, wel een quiz tegen veertig andere ploegen, dus laten we dat ook maar verenigingsgeschiedenis noemen.

 En toch weer een nieuwe dirigent

Het zat er een beetje aan te komen maar in oktober van 2013 scheiden na een periode van slechts twee jaren de wegen van De Heidebloen en Bernd Van Echelpoel. Bernd is wellicht een van de meest getalenteede bassisten die er in de Benelux rondlopen en dat is bijzonder leuk voor hem maar betekende tegelijk dat er voor De Heidebloem enorm veel kapers op de kust waren. Hij kan de wereld rond als muzikant en zou dus wel gek zijn om zich te beperken tot een dorpsfanfare. U kunt hier het relaas lezen van de breuk tussen onze vereniging en Bernd Van Echelpoel.

Het zat er een beetje aan te komen: de nieuwe dirigent is geen verrassing. Chantal Van Hout was al twee jaar onderdirigent van De Heidebloem en moest steeds regelmatiger inspringen omdat Bernd andere verplichtingen had. Zij wordt de logische keuze om hem op te volgen en gelukkig is zij bereid om dat te doen.

Maatjesfeesten Septembefeesten

Vanaf 2014 spreken we niet langer meer over de Maatjesfeesten maar over de Septemberfeesten. De organisatie is al zestien jaar lang weg uit de omgeving van het natuurreservaat De Maatjes en nu ook de datum opschuift naar iets verder in september is het tijd om het roer om te gooien.

Bevestigd in “uitmuntendheid”

In november 2015 bewijzen de muzikanten van De Heidebloem onder leiding van Chantal Van Hout dat de plaatsing in de afdeling “uitmuntendheid”, in 2010, geen toeval was. Ondanks een turbelente periode (twee dirigentenwissels op korte tijd) wordt de vereniging opnieuw bevestigd dat ze hun plaats verdienen in de afdeling “uitmuntendheid”.U leest hier het verslag van die wedstrijd van de provincie Antwerpen.

De Draad tussen Heden en Verleden

Op 11 november speelt onze vereniging een herdenkingsconcert in de kerk van Nieuwmoer rond het thema 14-18. Het zindert nog maanden na in ons grensdorp. Lees hier het verslag over dit memorabele gebeuren.

In september 1980 wordt de folkloristische reus Jaan de Turfsteker te Nieuwmoer boven de doopvont gehouden. De reus meet net geen 4,5 meter en belichaamt de oorspronkelijke autochtone bevolking van Nieuwmoer. De reus verwijst bijgevolg symbolisch naar een groep van mensen en is niet terug te brengen tot één bepaalde persoon waarop wij ons zouden hebben gebaseerd. De belangrijkste activiteiten bij het ontstaan van Nieuwmoer (de naam zegt het zelf al) situeerden zich in de omgeving van het huidige natuurreservaat de Maatjes, waar destijds turf en moer werd gewonnen. Die werd via een wirwar van kanaaltjes afgevoerd naar Roosendaal. Het is de Nieuwmoerse muziekvereniging De Heidebloem die Jaan in het leven heeft geroepen. Zijn doopfeest werd gehouden op de jaarlijkse Maatjesfeesten, die door de muziekvereniging worden georganiseerd op de tweede zondag van september. Omdat dit gebeuren pleegde door te gaan (tot 1998) in de bufferzone van het reservaat De Maatjes, het vroegere turfwinningsgebied, was het idee geopperd om een symbool in het leven te roepen dat naar dat verleden refereert.

Een tiental jaren lang heeft er een groep rond de reus bestaan “De Vrienden van Jaan De Turfsteker”, maar omdat die voornamelijk uit de vaste kern muzikanten bestond die ook in de muziekvereniging actief zijn, is dit gezelschap uitgedoofd. Sinds 2001 is de reus terug van onder het stof gehaald en staat hij opnieuw het tweede weekend van september te pronken op de Maatjesfeesten. Waarvan is de reus gemaakt ? Het hoofd is van piepschuim, de snor en de haartooi bestaat uit echt mensenhaar. De pet is destijds gemaakt door een hoedenmaker. De romp is een aluminium raamwerk, het onderstel is een ijzeren kooi. De kooi is dusdanig ontworpen dat één persoon de reus op de schouders kan dragen. Om de reus veilig te kunnen laten dansen en buigen worden onderaan in de kooi tegengewichten aangebracht.